Koninklijke Uitstapjes Zomeropenstelling Koninklijke Stallen 2017


Op deze pagina staan foto's van het bezoek aan de Zomeropenstelling van de Koninklijke Stallen in 2017.



Openstelling Koninklijke Stallen 2017


Op 21 juli 2017 is de beheerster samen met haar moeder en een neef van haar vader naar de unieke Zomeropenstelling van de Koninklijke Stallen gegaan.

Deze zomer zijn Paleis Noordeinde en de Koninklijke Stallen wederom een aantal dagen te bezichtigen voor publiek. Vanwege de grote belangstelling
voor de zomeropenstelling in 2016 is besloten ook dit jaar mensen in de gelegenheid te stellen een kijkje te komen nemen. Paleis Noordeinde opent vier
zaterdagen haar deuren, te weten op zaterdag 15 juli 2017 en de drie zaterdagen daarna van 10.00 tot 18.00 uur. De Stallen zijn gedurende drie achtereenvolgende
weken op de werkdagen dinsdag t/m vrijdag van 13.00 tot 17.00 uur te bezoeken: 18 t/m 21 juli 2017, 25 t/m 28 juli 2017 en 1 t/m 4 augustus 2017.

De toegangskaarten voor het Paleis Noordeinde óf de Koninklijke Stallen kostten 6 euro per persoon en konden besteld worden via de speciale website:
https://tickets.paleis-noordeinde.nl/ Geïnteresseerden konden via de site https://tickets.paleis-noordeinde.nl/ kiezen voor een locatie, dag en
tijdstip van bezichtiging. Per boeking konden maximaal vier tickets besteld worden. De tickets zijn persoonsgebonden. Dat betekende dat bij bestelling
de namen en geboortedata, zoals vermeld op het legitimatiebewijs, moesten worden ingevuld.

Paleis Noordeinde is één van de drie paleizen die door de Staat ter beschikking zijn gesteld aan het Staatshoofd en fungeert als werkpaleis voor de Koning.
Dagelijks is dit de kantooromgeving voor de medewerkers van de Dienst van het Koninklijk Huis en worden er gasten uit binnen- en buitenland ontvangen.
Vanuit de Koninklijke Stallen, gelegen op het terrein van Paleis Noordeinde, worden alle vervoersbewegingen van de leden van het Koninklijk Huis, hun gasten,
de hofhouding en het vervoer van paarden en materiaal/bagage gecoördineerd en verzorgd. Het stallencomplex herbergt, naast de traditionele paarden en koetsen,
ook het wagenpark van de Dienst van het Koninklijk Huis.

Bij de zijingang van de Koninklijke Stallen moest je ticket en je identiteitsbewijs worden gecontroleerd door een beveiliger.
Daarna moest je doorlopen naar een andere beveiliger om je e-ticket te laten scannen en je kreeg van deze beveiliger een mooi
en uitgebreid informatie boekje mee van Paleis Noordeinde en de Koninklijke Stallen.

Koninklijk Staldepartement


Het Koninklijk Staldepartement zorgt voor het vervoer van de leden van het Koninklijk Huis en de hofhouding.
Het Staldepartement maakt deel uit van het Civiele Huis van de Dienst van het Koninklijk Huis. De Stalmeester heeft de dagelijkse
leiding over het staldepartement. Hij is tijdens Prinsjesdag en bij andere gelegenheden verantwoordelijk voor de Koninklijke stoet.

Het Koninklijk Staldepartement werd in 1815 door Koning Willem I opgericht.
In 1878 werd het huidige onderkomen aan de Hogewal in Den Haag in gebruik genomen.

Koninklijke Koetsen


Koets- en Rijstal


De Afdeling Koets- en Rijstal van het Koninklijk Staldepartement bevat ongeveer dertig paarden en ruim zeventig rijtuigen.
De paarden en rijtuigen worden gebruikt voor ceremoniële gebeurtenissen en vrijetijdsbesteding.

Het grootste deel van de Koninklijke rijtuigen staat opgesteld in Paleis Het Loo Nationaal Museum in Apeldoorn. Maar het Koninklijke Staldepartement
in Den Haag herbergt ook een deel van de bijzondere collectie. Het onderhoud van de rijtuigen gebeurt grotendeels in eigen beheer. Hiervoor
beschikt het Staldepartement over speciaal opgeleide vakmensen, zoals een zadelmaker, een rijtuigenschilder en een beheerder van de galatuigen.

Galatuigenkamer


In het Koninklijk Staldepartement bevindt zich onder meer de galatuigenkamer. De galatuigen die daar hangen
worden gebruikt bij gelegenheden met een ceremonieel karakter, zoals Prinsjesdag, staatsbezoeken, Koninklijke
huwelijken en uitvaarten. Voor het dagelijkse werk worden de paarden getuigd met de zogenaamde diensttuigen.

De collectie galatuigen bestaat uit:
- een achtspan groot galatuig;
- tweemaal een zesspan en eenmaal een vierspan galatuig;
- tweemaal een zesspan half galatuig;
- een achtspan galatuig.

Rijpaarden


De paarden zijn verdeeld in rij- en koetspaarden. In de rijstal staan doorgaans acht rijpaarden, die onder andere worden bereden door leden
van het Koninklijk Huis en adjudanten van de Koning. De meeste rijpaarden behoren tot het Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland en
hebben verschillende kleuren. De chef van de rijstal is de rijknechtmajoor. Met Prinsjesdag rijdt de rijknechtmajoor voorop in de stoet.

Koetspaarden


In de koetsstal staan ongeveer 24 koetspaarden, die volgens traditie allemaal zwart zijn. Er zijn twee soorten koetspaarden:
Friese paarden van het Fries Paardenstamboek en Gelderse en Groninger koetspaarden van het Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek
Nederland. Beide soorten wisselen elkaar om het jaar af voor de rit met de Gouden Koets/Glazen Koets op Prinsjesdag.

Het allereerste rijtuig waarmee de mensen van de ene plek naar de andere plek gingen waren koetsen en sleeën met paarden.
Ook de Koninklijke Familie ging met de koets. De allereerste koets dateert uit 1826 gemaakt voor Koning Willem I.
Hierna volgden al snel meer koetsen zoals die van Koningin Emma en Wilhelmina.

Koninklijke auto's


Garage


De Afdeling Garage is een afdeling van het Koninklijk Staldepartement. Het Staldepartement beschikt over ongeveer dertig
hofauto's voor de leden van het Koninklijk Huis, gasten, de hofhouding en het vervoer van de paarden en de bagage.

Hofauto's


De eerste auto die de stallen binnenreed was een Renault, die Prins Hendrik in 1908 had gekocht.
In de jaren erna kwamen er negen hofauto's van de Amsterdamse rijtuigenfabrikant Spijker.

De Cadillac diende tussen 1925 en het einde van de jaren '50 als hofauto. Daarna stapte het Koninklijk Huis over op het automerk Ford.

De officiële hofauto is tegenwoordig zowel van het merk Volvo als van Audi. Toch wordt er ook nog steeds in Fords gereden, in type variërend
van Focus tot Mondeo. Buitenlandse staatshoofden kunnen gebruik maken van de verlengde Cadillac. De hofauto's hebben een blauwe kleur.

Koninklijke Bus


In 1991 schonken Verenigd Streekvervoer Nederland, DAF en United Bus een Koninklijke bus aan Koningin Beatrix. Deze bus is in 2006 vervangen.

De huidige bus is geheel van Nederlands fabrikaat en gemaakt door het bedrijf Bus&Coach. De bus is donkerblauw (Royal blue) zoals
de personenauto's van het Koninklijk Staldepartement. De bus telt 25 zitplaatsen en heeft een garderobe en toiletvoorzieningen.

De bus vervoert regelmatig gasten tijdens staatsbezoeken en grote evenementen (zoals een doop of huwelijk). Ook tijdens Koningsdag maakt de
Koninklijke Familie gebruik van de Koninklijke bus. De oude Koninklijke bus is in februari 2007 overgedragen aan het DAF-museum in Eindhoven.

De zelfgemaakte foto's van het bezoek aan de Koninklijke Stallen.








Hieronder volgen zelfgemaakte foto´s van de buitenkant van de Koninklijke Stallen.







Hieronder volgen zelfgemaakte foto´s van binnen in de Koninklijke Stallen.

















































































































Glazen Koets


Koning Willem I bestelde de Glazen Koets in 1821 bij de Brusselse rijtuigbouwer Pierre Simons, die het rijtuig in 1826 afleverde.
Het is daarmee het oudste rijtuig van het Koninklijk Staldepartement.

Uiterlijk


De Glazen Koets heeft een donkerblauwe kast, afgezet met een brede vergulde lijst van laurier- en eikenbladeren. Het rijtuig heeft zeven
ramen met geslepen glas. De naam komt van het glas dat de kwetsbare ornamentenrand die onder de vensters op de kast van de koets is
aangebracht, beschermt. Het interieur is bekleed met purper en beige fluweel en voorzien van geborduurde passementen, de zitkussens
zijn gevuld met een vulling van paardenhaar. De hemel is gemaakt van geborduurde beige en hemelsblauwe zijde.

Gebruik


De Glazen Koets wordt alleen bij speciale gelegenheden gebruikt. Zo was het rijtuig onder meer te zien bij het huwelijk van Prinses
Juliana en Prins Bernhard en het huwelijk van Prinses Beatrix en Prins Claus. De koets staat in het Koninklijk Staldepartement.
Tussen 1904 en 1923 werd soms de Gouden en soms de Glazen Koets gebruikt, maar na 1923 is deze koets niet meer ingezet voor Prinsjesdag.
Onlangs is de Glazen Koets gerestaureerd. Vanaf Prinsjesdag 2016 rijden Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima in de Glazen Koets.

De Glazen Koets is in 2015 gerestaureerd. De restauratie van het rijtuig heeft, na twee jaar historisch vooronderzoek, vijf jaar geduurd.
Van 17 maart 2015 t/m 21 juni 2015 was de Glazen Koets en de tentoonstelling over de restauratie in het Louwman Museum te zien.

























Crème Calèche


De Crème Calèche was een geschenk van Koningin Emma aan haar dochter Wilhelmina. De Haagse firma Hermans bouwde het rijtuig in 1898.

Uiterlijk


De Calèche is ivoorkleurig en versierd met gouden eikenloof. Op het rijtuig zijn twee beeldengroepen te zien van vergulde dames (gratiën)
met een gouden Koningskroon, een lauwerkrans en een zegepalm. De Crème Calèche wordt door zes paarden getrokken. De paarden worden gemend
door twee postiljons (koetsiers te paard), want het rijtuig heeft geen bok. Zij zitten op het linker voor en linker achter paard.

Gebruik


Koningin Emma wilde dat de koets zoveel mogelijk gebruikt zou worden voor familiegelegenheden. Het rijtuig werd ingezet bij de inhuldiging
van Koningin Juliana (1948), vaak bij staatsbezoeken en door Koning Willem-Alexander bij de opening van de Wereldruiterspelen in 1994 in Den Haag.























Galaberline


Het Staldepartement beschikt over zes galaberlines. De naam komt van Berlijn, de stad waar het
rijtuig in 1662 ontworpen werd. Berlines zijn gesloten rijtuigen, geschikt voor vier personen.

Uiterlijk


De rijtuigen zijn zwart en ossenbloedrood gelakt en worden met twee of vier paarden bespannen. De galaberlines worden regelmatig gebruikt.
Zij vervoeren bijvoorbeeld de buitenlandse ambassadeurs die bij hun aantreden hun geloofsbrieven aanbieden aan de Koning op Paleis Noordeinde.

Gala-Glasberline


De Gala-glasberline is de oudste Koninklijke berline en is in 1836 gebouwd door de firma Pearce&Co in Londen voor de Prins van Oranje, de latere
Koning Willem II. De wanden aan de binnenkant zijn bekleed met rood laken. Op de vloer ligt een tapijt van rood velours. Prinses Margriet en prof.
mr. Pieter van Vollenhoven gebruikten de Gala-glasberline bij hun huwelijk in 1967. De zijwanden werden vervangen door glas waardoor rondom uitzicht
is en sindsdien wordt dit rijtuig de Gala-glasberline genoemd. Prinses Margriet en prof. mr. Pieter van Vollenhoven maakten jaarlijks op Prinsjesdag
gebruik van de Gala-glasberline. Tegenwoordig wordt de Gala Glas Berline gebruikt door Prins Constantijn en Prinses Laurentien op Prinsjesdag.

Van 10 januari 2017 t/m 4 juni 2017 was de Gala GlasBerline voor het publiek van dichtbij te zien in het Koetshuis van museum
Paleis Het Loo, dit ter gelegenheid van het gouden huwelijksjubileum van H.K.H. Prinses Margriet en prof. mr. Pieter van Vollenhoven.





Gouden Koets


In 1898 werd aan de jonge Koningin Wilhelmina een inhuldigingsgeschenk aangeboden
door de Amsterdamse burgerij: een bijzondere staatsiekaros, de Gouden Koets.

Voor het schenkingscomité was het een probleem dat Koningin Wilhelmina vóór haar inhuldiging te kennen had gegeven
dat zij ter ere van deze gebeurtenis geen geschenken zou aannemen. Pas nadat veel brieven en telegrammen verstuurd
waren en er heel wat afgepraat was in vergaderingen, besloot de Koningin in 1901 de koets toch te aanvaarden.

Op 7 februari 1901 werd de Gouden Koets voor het eerst gebruikt bij het huwelijk van Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik.

Constructie Gouden Koets


Het bouwen van de koets stelde hoge eisen aan het vakmanschap van ontwerpers en constructeurs. In Amsterdam was in die tijd veel kennis op het
gebied van rijtuigbouw aanwezig. De opdracht voor de bouw van de Gouden Koets ging naar de firma Spijker, later ook bekend om zijn automobielen.

Eisen aan de bouw


Voor de bouw van de koets moest een groot aantal problemen worden overwonnen. De koets moest zo gemaakt worden, dat de Koningin haar volk,
en het volk zijn Koningin goed kon zien. Ook moest de koets zo hoog worden dat zij er rechtop in kon staan. De koets mocht echter ook weer
niet te kolossaal worden, want het moest door smalle, niet al te hoge poorten kunnen, zoals die op het Binnenhof in Den Haag.

De bespanning


De Gouden Koets is bestemd om door acht paarden te worden getrokken, vandaar de bijzondere hoogte van de bok.
De koetsier moet immers het gehele span kunnen overzien. Op het voorste paard zit een postiljon.

Traditie en vernieuwing


Bij hun ontwerp gingen de gebroeders Spijker uit van het staatsierijtuig zoals dat in de negentiende eeuw veel voorkwam. Wel werden de
laatste snufjes op het gebied van de rijtuigbouw toegepast. Zo kreeg de koets massief rubberen wielbanden en elektrische verlichting.

Materialen


De naam van de Gouden Koets is enigszins misleidend. Het rijtuig is namelijk gemaakt van Javaans teakhout. Dit hout is deels beschilderd, deels verguld
met bladgoud. Aan dit bladgoud heeft de koets zijn naam te danken. Bij het vervaardigen van de koets is er bewust naar gestreefd zoveel mogelijk materialen
te gebruiken uit het toenmalige Koninkrijk der Nederlanden. Zo is in de koets vlas verwerkt uit Zeeland, leer uit Brabant en ivoor uit Sumatra.

De versiering


De versiering van de koets is uitgevoerd in Hollandse renaissancestijl, de stijl van de Gouden Eeuw. Aan Nicolaas van de Waay,
hoogleraar aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten, werd het schilderwerk opgedragen. Pierre van den Bossche en Willem Crevels
ontwierpen de beeldgroepen. In de afbeelding van allerlei planten, dieren en figuren uit de Oudheid en uit legenden, moest symbolisch
en allegorisch worden uitgedrukt wat het Nederlandse volk zijn Koningin aan goede wensen en zegenbeden mee wilde geven. Het geheel moest
wel harmonieus zijn. Ieder onderdeel moest passen bij de rest en toch een eigen boodschap overbrengen.

Op de naven van de assen staan geschilderde zonnen die het "mild schijnende koningschap" uitbeelden. De spaken "schieten"
als stralen naar de velgen, die het firmament voorstellen. In dit firmament zijn de tekens van de dierenriem te zien. De
scharnieren en deursloten van de koets zijn versierd met motieven van de hond en de uil, symbolen voor trouw en waakzaamheid.
Op de treden zijn waterlelies geschilderd, een symbool van voorzichtigheid. De zwemvogels die de bok schragen, stellen de snelheid voor.

De vier panelen van het rijtuig zijn gesierd met schilderingen: op de voorzijde, die de toekomst symboliseert, staat rechts
een voorstelling van "het onderwijs aan het volk" en links "het recht, dat diegenen uit het volk beschermt, die hulp behoeven:
een gekwetste arbeider, een blinde grijsaard, een weduwe en wezen". De hoop op verbetering van de toen niet al te beste sociale
voorzieningen is duidelijk aanwezig. Onder deze voorstelling is in een bas-reliëf de "levensverzekering" weergegeven.

De schildering op de rechterzijde van de koets stelt voor de "hulde van Nederland" en die op de linkerzijde de "hulde der koloniën".
Op de achterzijde van de koets vereeuwigt de "Muze der Historie" in het "Boek van de Tijd" de volkshulde bij de inhuldiging van
Koningin Wilhelmina. Op de achtergrond van deze voorstelling is een gezicht op Amsterdam met het Paleis op de Dam en de Nieuwe Kerk
geschilderd met in de verte scheepvaart op het IJ en de Amstel.

Op het dak van de koets is een beeldengroep te zien die de welvaart voorstelt. De vier sectoren van de economie schragen de kroon,
de scepter en het rijkszwaard, die bovenop een kussen liggen. De handel wordt gesymboliseerd door een staf en een leeuw. De arbeid,
met hamer, draagt een salamander als symbool van het vuur. De landbouw wordt verbeeld door een korenschoof en een sikkel, de veeteelt
door een schaap. De symbolen van de scheepvaart zijn de sextant en de dolfijn. Om de vier hoeken van de bovenrand staan kinderfiguurtjes,
die de Koninklijke wapens met lauweren omkransen. Cherubijntjes vlechten boven de portieren zegekransen om de Koninklijke initialen.

De kroonlijst vertoont de wapens van de toenmalige elf provincies. Als trotse schenker van de koets liet Amsterdam het
wapen van Noord-Holland - evenals het wapen van Amsterdam zelf - iets groter uitvoeren dan die van de andere provincies.

De lijst wordt op de hoeken ondersteund door vier legendarische figuren. In hun handen dragen zij lantaarns. Deze lantaarns, met bovenop
de Koninklijke kroon, werden zo ontworpen, dat ze, uitzonderlijk in die tijd, ook gebruikt konden worden voor elektrische verlichting.

Onder de ramen van de koets loopt een fries, waarin in reliëf zijn gesymboliseerd: godsdienst, leger, recht, kunst, wetenschap en arbeid.

De Gouden Koets is versierd met hoorns van overvloed, narren met in hun handen ivoren handvatten,
leliën en rozen - symbolen voor de trouw -, en een cartouche met het jaartal 1898.

De binnenzijde


De binnenbekleding van de koets is geheel met de hand geborduurd. Vijftien miljoen steekjes waren nodig voor een ivoorkleurig fond met
oranjebloesem en cherubijntjes. Het plafond is in vlakken verdeeld, waardoor zoveel mogelijk vrouwen de gelegenheid kregen aan de koets
mee te werken. De vakken worden afgesloten met vergulde bogen, die zich in het midden samenvoegen en de in lauweren gevatte initialen van
Koningin Wilhelmina vormen. Deze initialen worden beschenen door een matgouden zon. De zijwanden zijn geborduurd met de wapens van de
provincies, het rijkswapen en twee Amsterdamse wapens: het oude wapen, vastgesteld in 1816, en het wapen uit 1898.

Het tapijt op de vloer is versierd met tulpen, narcissen en hyacinten om het met Nederlandse bloemen bestrooide levenspad van de Koningin te symboliseren.
Door de zo strak mogelijk gehouden lijnen, het egale gouden fond, de tere kleuren en de lichte beschildering heeft de koets een grote harmonie verkregen.

Gebruik Gouden Koets


Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik maakten op hun huwelijksdag, 7 februari 1901, voor het eerst van de Gouden Koets gebruik.
De Gouden Koets is daarna ook ingezet bij de huwelijken van Prinses Juliana en Prins Bernhard (1937), Prinses Beatrix en Prins Claus (1966),
Prins Willem-Alexander en Prinses Máxima (2002). Ook werd hij gebruikt bij de doop van Prinses Juliana (1909) en de doop van Prinses Beatrix (1938).
Met uitzondering van speciale gelegenheden is de Gouden Koets sinds 1903 slechts één keer per jaar, op Prinsjesdag, te zien.

Gebruik Gouden Koets tijdens Prinsjesdag


In 1903 werd de Gouden Koets voor de eerste maal gebruikt om de Koningin en Prins op Prinsjesdag naar het Binnenhof te rijden.
Een vaste gewoonte werd hiermee ingeluid, al is de koets lang niet ieder jaar op Prinsjesdag gebruikt. Bevreesd als men was de
koets te beschadigen, werd aanvankelijk bij slecht weer de Glazen Koets gebruikt in plaats van de Gouden Koets.

Ook in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog werd de Gouden Koets niet bij de opening van de Staten-Generaal gebruikt.
Koningin Wilhelmina verkoos in deze jaren van soberheid en schaarste een auto. Koningin Juliana herstelde na haar inhuldiging
in 1948 de traditie om in de Gouden Koets naar het Binnenhof te rijden. Deze traditie werd in 1974 nog een keer onderbroken.
Naar aanleiding van de gijzeling in de Franse ambassade - vlakbij het Binnenhof in Den Haag - werd het toen passender gevonden
auto's te gebruiken. In 2015 is na Prinsjesdag begonnen met het vooronderzoek voor de restauratie van de Gouden Koets. In 2016
is begonnen met de restauratie en deze restuaratie is afgerond in 2021. Sinds 2016 wordt met Prinsjesdag de Glazen Koets ingezet.

Gouden Koets bezichtigen


De Gouden Koets staat vrijwel het gehele jaar in de Koninklijke Stallen achter het Paleis Noordeinde in Den Haag
Slechts bij hoge uitzondering bestaat de mogelijkheid de Gouden Koets van dichtbij te bekijken. De Gouden Koets was van dichtbij te
bewonderen op de Tentoonstelling 'Ja ik wil' in de Nieuwe Kerk in Amsterdam die plaatsvond van 17 november 2001 tot 20 januari 2002.
Van 27 augustus 2015 t/m 6 september 2015 was de Gouden Koets voor het publiek van dichtbij te zien in het Koetshuis van museum Paleis Het Loo.

Gouden Koets na restauratie in tijdelijke bruikleen aan Amsterdam Museum voor
tentoonstelling 'Gouden Koets - Geschenk van Amsterdam', 8 september 2020


De Gouden Koets is sinds 2016 in restauratie. Na afronding hiervan in 2021 zal het rijtuig,
net als destijds de gerestaureerde Glazen Koets in 2015, te bezichtigen zijn door het publiek.

De gerestaureerde koets wordt door het Koninklijk Staldepartement en de Koninklijke Verzamelingen tijdelijk in bruikleen gegeven aan het Amsterdam Museum
voor de tentoonstelling 'Gouden Koets - Geschenk van Amsterdam'. De tentoonstelling opent in juni 2021 en zal te zien zijn tot november 2021.

De Gouden Koets werd in 1898 door de inwoners van Amsterdam geschonken aan Koningin Wilhelmina, toen zij op 18-jarige
leeftijd werd ingehuldigd. Er werkten meer dan twaalfhonderd ambachtslieden aan de koets. Zo hielpen de weesmeisjes
uit het Burgerweeshuis, de huidige locatie van het Amsterdam Museum, mee aan het borduren van de kussens in de koets.

Het volledig gerestaureerde rijtuig wordt in een glazen behuizing op de binnenplaats van het museum geplaatst. Onderdeel van de tentoonstelling
is een breed publieksprogramma, waarbij bezoekers, geïnteresseerden en deskundigen kunnen meepraten over uiteenlopende thema’s die verbonden
zijn met de Gouden Koets als Nederlands cultureel erfgoed. Hierin is ook aandacht voor verschillende perspectieven op de geschiedenis.

Naast de rijtoer op Prinsjesdag was de Gouden Koets in 2015 kort voor aanvang van de restauratie
nog te zien tijdens het evenement 'Paardenkracht en Autopracht' op Nationaal Museum Paleis Het Loo.

Bron: RVD, https://www.koninklijkhuis.nl/

De Gouden Koets naar Amsterdam Museum, 8 september 2020


De Gouden Koets is volgend jaar te zien in het Amsterdam Museum! Dit is de eerste keer dat de koets te zien is na de grote
restauratie die in 2016 begon. De Gouden Koets werd in 1898 door de Amsterdammers cadeau gedaan aan Wilhelmina, de eerste
vrouw op de troon. Straks is de koets weer te zien in de stad waar hij gemaakt is: in Amsterdam. Van juni t/m oktober 2021.

De tentoonstelling

Het museum laat de rijke geschiedenis van de Gouden Koets zien. Maar er zijn ook altijd veel verschillende meningen over
geweest. Ook nu. Sommigen vinden de koets vooral prachtig, anderen hebben er kritiek op. Al die verschillende meningen en
gevoelens hebben een plek in de tentoonstelling. De Gouden Koets is het middelpunt van een grote, veelzijdige tentoonstelling.

Om alle verschillende standpunten en verhalen goed te vertellen, werkt het museum samen met een onderzoeksteam ondersteund door een klankbordgroep.
Dit is een diverse groep, met verschillende achtergronden. Van kenners van de geschiedenis en het koningshuis tot experts op het gebied van kolonisatie
en racisme. We laten alle kanten van de koets zien. Letterlijk en figuurlijk. Zo zorgen we ervoor dat het een tentoonstelling is voor iedereen.
Daarnaast organiseert het museum een uitgebreid publieksprogramma, onderwijsprogramma en onderzoeksproject.

We tonen de Gouden Koets op de grote binnenplaats, met een span van zes paarden. Hiervoor takelen we de koets over het gebouw heen.

In zes monumentale zalen van het Amsterdam Museum vertellen we verschillende verhalen vanuit verschillende perspectieven: rijke, maar ook pijnlijke
(historische) verhalen, nostalgische en ambachtelijke verhalen, verhalen over het gebruik, de restauratie, symboliek en perceptie van de koets.

Zo is in de tentoonstelling te zien hoe de Gouden Koets is gemaakt. We tonen het interieur en exterieur in detail, met projecties, grote foto's,
filmopnames en ontwerptekeningen. Zoals foto’s van de bouw door de gebroeders Spijker. De bezoeker kan de materialen van de koets voelen, in een
lab-achtige opstelling. En naar interviews luisteren met restauratoren over technieken en vakmanschap.

In een zaal met grote projecties is het gebruik van de koets te zien. Bezoekers kunnen als het ware zelf door de geschiedenis lopen en bij
de verschillende momenten (virtueel) aanwezig zijn. Geen object laat beter de relatie zien tussen het koningshuis en het volk. Oranjeliefde
én (republikeinse) protesten. We zien de koets op feestelijke momenten, zoals het huwelijk van Wilhelmina en Prins Hendrik in 1901, bij
de doopplechtigheid van de jonge Prinses Beatrix en als onderdeel van de uitbundige vieringen van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog.

Maar we zien ook hoe de Gouden Koets een symbool van protest is. Om uiteenlopende redenen werd er de afgelopen eeuw rook-,
verf- en waterbommen naar de koets gegooid. Ook het afgelopen decennium is er kritiek op de Gouden Koets, die weer extra
relevant is in het kader van de huidige Black Lives Matter-protesten.

Extra bijzonder: door de grote ramen in de zalen heeft het publiek steeds letterlijk een andere blik op de Gouden Koets
in de binnenplaats. Om uiteindelijk op de binnenplaats de koets van dichtbij te bekijken. Een unieke gelegenheid.

Divers team

Een multidisciplinair onderzoeksteam stelt de tentoonstelling samen, ondersteund door een klankbordgroep. Het Amsterdam Museum
heeft bewust gekozen voor een team met verschillende specialisten en uiteenlopende achtergronden en expertises. Om zo de diverse
verhaallijnen en meerstemmigheid goed te kunnen waarborgen en te vertalen voor een breed publiek.

Publieksprogramma

Er is een kleurrijk publieksprogramma. In levendige, kritische en speelse programma’s gaan we de dialoog aan over wat we zien als we naar de Gouden Koets
kijken. En wat we niet zien. Met deze twee lijnen bieden we een podium aan constructieve dialogen over de samenleving, geschiedenis en culturele identiteit.

Daarnaast zijn er lezingen waarin conservatoren, restauratoren en tentoonstellingsmakers ingaan op de diverse hoofdstukken in
het 'levensverhaal' van de koets. Bovendien vindt er een symposium plaats voor professionals en geïnteresseerde cultuurliefhebbers
over de restauratie. Tijdens de tweewekelijkse uitzendingen van online talkshow AM Live bespreken we ook de highlights, ontmoetingen
en inzichten van de voorgaande week. Het publiek kan zo op de hoogte blijven van de ontwikkelingen rondom de tentoonstelling.

Onderzoek

Het Amsterdam Museum organiseert voor en tijdens de tentoonstelling een groot publieksonderzoek rondom de Gouden Koets. Wanneer de tentoonstelling
op zijn einde loopt, presenteren wij de resultaten van dit onderzoek. In dit onderzoek vragen we mensen uit heel Nederland om iets te zeggen over
de koets. Dit gebeurt onder andere in verschillende luistersessies, een studiezaal, een mobiele installatie die door heel Nederland reist en het
publieksprogramma. Er is inde tentoonstelling ook ruimte om de standpunten, herinneringen en verhalen van mensen uit het hele land een plek te
geven. Dit biedt een unieke kans aan de Nederlander om zijn of haar ervaring met of mening over de Gouden Koets te delen met een breed publiek.

Op de hoogte blijven

De tentoonstelling opent in juni 2021. Het onderzoeks- en publieksprogramma start al in het najaar van 2020.
Wil je tot die tijd op de hoogte blijven? Volg ons dan via social media, nieuwsbrief of AM Live.

Bron: Amsterdam Museum, https://www.amsterdammuseum.nl/de-gouden-koets
















Copyright © 2006-2023 https://koningsfan.nl/


Koninklijke Uitstapjes